QuickTime-categoriesymbool

De instellingen voor het exporteren van videobeelden aanpassen

De instellingen voor het exporteren van videobeelden wijzigen

  1. Kies 'Archief' > 'Exporteer'.
  2. Kies een bestandsstructuur uit het venstermenu 'Exporteer'.
  3. Klik op de knop 'Opties'.
  4. Klik op 'Instellingen' in het gedeelte 'Video' van het dialoogvenster 'Filminstellingen' en geef de gewenste instellingen op.

    Compressietype: Kies de gewenste videocompressiemethode (codec). Voor de hoogste kwaliteit bij de laagste gegevenssnelheid (het kleinste bestand) wordt 'H.264' aanbevolen.

    Gegevenssnelheid (bitsnelheid): Een hogere gegevenssnelheid leidt over het algemeen tot een betere kwaliteit, maar ook tot grotere bestanden. Meestal zult u een gegevenssnelheid instellen die is gebaseerd op de manier waarop de film zal worden bekeken. Voor streaming naar internetinbelverbindingen beperkt u de gegevenssnelheid bijvoorbeeld tot ongeveer 45 kilobit per seconde, zodat er ruimte overblijft voor netwerkverkeer. Als het bestand voor het afspelen wordt gedownload, kunt u een hogere gegevenssnelheid kiezen. (Gebruikers van een 56K-modem moeten dan echter langer wachten voordat het bestand wordt afgespeeld). De gegevenssnelheid van een film wordt tevens beïnvloed door andere compressie-opties die u hebt ingesteld, zoals de beeldsnelheid. Selecteer 'Automatisch' om de gegevenssnelheid te baseren op de gekozen compressiemethode.

    Geoptimaliseerd voor: Kies een aflevermethode uit het venstermenu 'Geoptimaliseerd voor'. Deze instelling informeert de codec hoeveel hoger of lager de gegevenssnelheid mag zijn ten opzichte van de gegevenssnelheid die u kiest. Deze optie is alleen beschikbaar bij compressiemethoden waarbij limieten kunnen worden toegepast, zoals H.264.

    Opties voor complete beelden: Bij veel compressiemethoden wordt "beeldvariatie" gebruikt om bewegende beelden te comprimeren. Beeldvariatie is een proces waarbij wordt bepaald welke informatie is gewijzigd tussen een beginbeeld (een compleet beeld) en de daarop volgende beelden. Het complete beeld bevat alle informatie van een afbeelding. De vervolgbeelden bevatten alleen de gewijzigde informatie.

    Afhankelijk van de gebruikte compressiemethode kunt u opgeven hoe vaak u complete beelden wilt weergeven. Als de film onvoldoende complete beelden bevat, betekent dit dat de kwaliteit van de film mogelijk lager is, omdat de meeste beelden zijn afgeleid van andere beelden. Een hoger aantal complete beelden resulteert echter in een grotere film met een hogere gegevenssnelheid. Bij sommige compressiemethoden wordt automatisch een extra compleet beeld toegevoegd zodra is gesignaleerd dat een te hoog percentage van de beeldinformatie is gewijzigd. Eén compleet beeld per 5 seconden (vermenigvuldig het aantal beelden per seconden met 5) levert in de meeste gevallen een goed resultaat op. Als u een bestand aanmaakt voor RTSP-streaming en niet weet hoe betrouwbaar het aflevernetwerk is (bijvoorbeeld bij streaming via het internet), kunt u elke seconde of om de seconde een compleet beeld gebruiken. Selecteer 'Automatisch' om het aantal complete beelden te baseren op de gekozen compressiemethode.

  5. Beeldsnelheid: De beeldsnelheid geeft aan hoeveel beelden per seconde worden weergegeven. Standaardvideo (NTSC) heeft een beeldsnelheid van 29,97 bps (beelden per seconde) en een film heeft een standaardbeeldsnelheid van 24 bps. De Europese standaard (PAL) is 25 bps. Bij het aanmaken van QuickTime-films wordt soms een lagere beeldsnelheid gekozen om de bandbreedte en computereisen te beperken.

    Met een hogere beeldsnelheid worden de bewegingen in een film weliswaar beter weergegeven, maar wordt het bestand ook groter. Als het door u ingestelde aantal beelden per seconde lager ligt dan de huidige beeldsnelheid van de film, worden beelden verwijderd. Als het door u ingestelde aantal beelden per seconde hoger ligt dan de huidige beeldsnelheid van de film, worden beelden gedupliceerd (dit wordt niet aanbevolen, omdat de bestandsgrootte hierdoor toeneemt zonder dat de kwaliteit verbetert). Wanneer u een beeldsnelheid kiest, kunt u het beste een eenvoudige deling van de huidige beeldsnelheid selecteren, bijvoorbeeld 1/2, 1/3, enzovoort. Als de huidige beeldsnelheid bijvoorbeeld 30 (29,97) is, kunt u 15 of 10 gebruiken.

  6. Overige opties: Bij sommige compresssiemethoden of codecs kunt u extra opties kiezen. Deze opties worden getoond wanneer u de compressiemethode (codec) hebt geselecteerd.