QuickTime-categoriesymbool

Het volume van geluidssporen en andere audio-instellingen wijzigen

U kunt het volume en de balans van zowel audio- als muzieksporen aanpassen. Als een film bijvoorbeeld meerdere geluidssporen heeft, kunt u het volume van de sporen aanpassen in verhouding tot de andere sporen. U kunt ook de hoge en lage tonen aanpassen.

De instellingen van een audiospoor wijzigen

  1. Kies 'Venster' > 'Toon filmkenmerken' in QuickTime Player.
  2. Selecteer het audiospoor in het kenmerkenvenster en klik vervolgens op 'Audio-instellingen'.
  3. Sleep de schuifknoppen om de instellingen te wijzigen.
  4. Kies het gewenste uitvoerapparaat voor de audiokanalen uit het venstermenu naast elk audiokanaal.

    Kies 'LFE Screen' om het geluid van een kanaal naar de subwoofer te zenden. Kies een van de opties bij 'Discreet' om een specifiek uitvoerkanaal voor het audioapparaat in te stellen. Kies 'Ongebruikt' als een kanaal geen geluid mag voortbrengen.

  5. Selecteer 'Geluid uit' om het geluid uit te schakelen zonder het spoor te verwijderen. Selecteer 'Solo' om alleen het geselecteerde audiospoor af te spelen.
  6. Kies 'Archief' > 'Bewaar' of 'Bewaar als' om de balans- en kanaalinstellingen bij de film te bewaren.